Sinds een aantal jaar wordt door heel Nederland glasvezel aangelegd. In de praktijk merken wij dat bij de aanleg van een glasvezelnetwerk in een appartementencomplex vaak onduidelijkheid bestaat over de rechten en verplichtingen, zowel bij de aanlegger van het netwerk als bij VvE’s en appartementseigenaars.
Hoe zit het nou juridisch?
Op de aanlegging, instandhouding en opruiming van een elektronisch communicatienetwerk, in dit geval het glasvezelnetwerk, is de Telecommunicatiewet van toepassing. Deze wet regelt dat VvE’s en de afzonderlijke appartementseigenaars de aanleg van glasvezelkabels dienen te gedogen, mits de glasvezelkabels op de minst bezwarende wijze worden aangelegd. Indien dus glasvezelkabels in een appartementencomplex moeten worden aangelegd, kan dit betekenen dat ten behoeve van een aansluiting van een van de eigenaars, de overige eigenaars de aanleg, instandhouding en opruiming van deze kabels dienen te gedogen.
Indien een eigenaar niet meewerkt aan de realisatie van het glasvezelnetwerk, omdat een kabel door het privé gedeelte moet worden aangelegd, dan zal de aanlegger van het glasvezelnetwerk de medewerking bij die betreffende eigenaar moeten afdwingen op grond van de Telecommunicatiewet. Dat is dan niet de taak en niet de verantwoordelijkheid van de VvE.
In veel gevallen wordt voor de aanleg van het glasvezelnetwerk een overeenkomst of een schouwdocument toegezonden aan (het bestuur van) de VvE. De aanlegger blijft namelijk eigenaar van de glasvezelkabels. Om die reden is er ook geen sprake van een nieuwe gemeenschappelijk installatie van de VvE.
Voor het aangaan van de overeenkomst met de aanlegger is wel toestemming van de VvE/de afzonderlijke appartementseigenaars nodig. Daarnaast zullen voor de aanleg van het glasvezelnetwerk ook wijzigingen moeten worden aangebracht aan de gemeenschappelijke gedeelten en/of zaken van de VvE. Om die reden zal, afhankelijk van de bepalingen uit de splitsingsakte, doorgaans formeel juridisch door de vergadering een besluit moeten worden genomen waarbij dan niet kan worden afgeweken van de Telecommunicatiewet. Voornoemde besluiten kunnen door de vergadering worden genomen met een normale (volstrekte) meerderheid.
Bron: Rijssenbeek Advocaten